Dit type kast lijkt nog het meest op vogelkasten en bootst een natuurlijke boomholte na. Ze zijn bedoeld voor vleermuizen die normaal in boomholten verblijven. De invliegopening zit meestal aan de voorkant, soms ook aan de onderkant van de kast. Bij een invliegspleet aan de onderzijde is vaak ook een aanvliegplank aanwezig. Door de overeenkomst met vogelkasten zijn deze kasten gevoelig voor het kraken door vogels, met het risico dat de kast ongeschikt wordt voor vleermuizen. De vogels jagen de vleermuizen weg of het nest blokkeert de ingang voor de vleermuizen. Om dat te voorkomen zijn invliegopeningen vaak versmald tot 1,5 – 2 cm of zijn er ingangen geconstrueerd waarlangs vogels moeilijk kunnen binnenkomen.

Door de holle ruimte zijn deze kasten tevens gevoelig voor vestiging van nesten van wespen en hoornaars.

Kleine bolle vleermuiskasten zijn meestal 30 tot 40 cm hoog en hebben een doorsnede van 15 tot 20 cm. Sommige leveranciers bieden varianten voor grotere groepen vleermuizen aan. De meest gebruikte materialen zijn hout en houtbeton. Het functioneel gebruik van deze kasten door vleermuizen en de succesfactoren van deze kasten zijn redelijk tot goed bekend. Onderstaande tabel geeft een overzicht van in Nederland veel gebruikte kasten.

De kasten van Vivara zijn relatief nieuw waardoor er nog weinig informatie over resultaten beschikbaar is. In Duitsland worden ook vaak kleine bolle kasten van de firma’s Strobel en Hasselfeldt gebruikt, maar beide zijn nog weinig op de Nederlandse markt aanwezig. In Groot-Brittannië is ook de Bat Box SW een veel toegepaste vleermuiskast.