Inbouwkasten zijn kasten die al dan niet zichtbaar in de constructie van een gebouw worden opgenomen. Inbouwkasten zijn voornamelijk van (hout-)beton of keramiek. Ze worden in of achter de buitenmuur ingemetseld. De kasten zijn dan opgenomen in een grotere massa en bieden een grotere temperatuurbuffer dan (kleine) vleermuiskasten die aan de muur worden geplaatst. In de praktijk worden zowel prefab als op maat gemaakte kasten toegepast. Prefabkasten zijn vaak van (hout)beton of keramiek. Op maat gemaakte kasten zijn van hout en worden dan in de spouw geplaatst (Korsten & Limpens, 2011) De omvang van de prefab kasten is vaak afgeleid van de kleinere traditionele kasten en blijft nog achter bij de omvang van natuurlijke verblijfplaatsen in gebouwen. Het aantal temperatuurgradiënten is bij deze relatief kleine kasten vaak nog gering.

Inbouwkast met gewone dwergvleermuizen

Hoewel het aanbod en toepassing van inbouwkasten groeit is over de resultaten relatief weinig bekend (Williams, 2010). Inbouwkasten zijn in Oost- en Midden-Europa succesvol toegepast bij het behoud van zomer- en winterverblijfplaatsen van rosse vleermuizen bij renovatieprojecten van zogenaamde “ plattenbau” flats (Stapel, 2001 / Hermanns e.a. 2002 / Tost-Hötzel, 2009 / Hoffmeister 2012).

In Duitsland leveren Strobel en Hasselfeldt ook diverse modellen (schakelbare) inbouwkasten.